Solita Groen-Bruschke: ‘Het is vooral belangrijk dat we de doorstroming op gang helpen: de jongeren moeten een plek kunnen krijgen en de ouderen moeten kunnen worden geholpen  naar woningen die meer op hun specifieke behoefte is afgestemd. We moeten sowieso meer levensbestendig - en duurzaam - bouwen.’

De Provincie heeft nogal wat ‘stippellijntjes’ gezet waarbuiten je überhaupt niet mag bouwen. Waar gaan we dan bouwen?

Groen: ‘Veel zaken hangen met elkaar samen. De Provincie wil bijvoorbeeld niet dat er in het buitengebied gebouwd wordt, zogenaamd buitenstedelijk bouwen. Alles buiten de stippellijntjes is in de nieuwe Omgevingsverordening 2020 tot Bijzonder Provinciaal Landschap (BPL) benoemd. De huidige college heeft daar pas op het laatste moment een zienswijze tegenin gebracht… Waarom niet vanaf het begin met de provincie om tafel? Vandaar ook de discussie tussen de gemeente en de Provincie over de plannen bij Egmond aan den Hoef en Egmond-Binnen. Daar is sprake van bouwen in BPL-gebied vanuit de Provincie bezien. Ook is het plan heel kort vóór de inwerkingtreding van die nieuwe Omgevingsverordening ingediend, wij denken niet dat dit de manier is waarop je met elkaar moet omgaan. Dan wordt het verhaal van op de locatie van de Adelbert-velden bouwen als mogelijke toekomstige woningbouwlocatie ook lastig, want daarvoor moet je wel weer met de Provincie om tafel.’

In de Egmonden zijn nogal wat recreatiewoningen, daar zou toch meer uit gehaald moeten kunnen worden, zou je denken?

‘Veel Egmonders zijn begonnen in zo’n woning. En er zitten nog altijd veel mensen in vergelijkbare of zelfs veel betere recreatiewoningen dan toen. In de gemeente Bergen is de mogelijkheid geschapen om vijf jaar permanent te wonen in een recreatiewoning. Dan moet de eigenaar het aanvragen en zo’n woning moet voldoen aan het Bouwbesluit. Dat wil zeggen, het moet legaal zijn en op de meeste punten voldoen aan de eisen die je vandaag de dag aan een woning mag stellen. Dat geldt niet voor buitenstedelijke locaties zoals de woningen op De Woudhoeve bijvoorbeeld. De huizen daar, en op het andere park, De Zandschuit, mogen alleen langer worden bewoond indien de bewoners er voor 1 april van het jaar dat die semipermanente bewoning inging (2008) inzaten. Dat kan dan op basis van een persoonlijke gedoogvergunning. Zodra die mensen verhuizen geldt de gedoogbeschikking niet meer. Daar is simpelweg wetgeving voor waar je je als gemeente aan moet houden.’

Schaarste- en behoefteonderzoek

Niettemin zou het volgens GroenLinks helpen als meer duidelijk wordt wat nu eigenlijk precies de woningbehoefte is: wie wil wat, wat is nog betaalbaar te noemen en waaraan is gebrek? Bouwen naar behoefte is niet zozeer bouwen naar de behoefte van de ontwikkelaar. ‘Wat je eigenlijk wilt, zijn gelijke kansen voor iedereen op een passende woning. Wanneer je precies weet hoe de behoefte ligt en wat de financiële mogelijkheden zijn voor de aanstaande bewoners, weet je ook de schaarste in bepaalde segmenten. Dan kun je daarop inspelen met alternatieve vormen van bouwen, levensbestendig bouwen, tijdelijke woningen bouwen of wat dan ook. Wees creatief. Zo is het Collectief Particulier Opdrachtgeversschap (CPO) ooit ook van de grond gekomen: met een groep particulieren binnen de kaders van het bestemmingsplan zelf bepalen welk type huizen je daar wilt laten bouwen en hoe je daar invulling aan gaat geven.’

Alternatieven voor ‘standaard’ bouwen

In het verleden werden starters geholpen met subsidies zoals bij het kopen van een premie A-woning. GroenLinks vindt dat ook nu gekeken moet worden naar de mogelijkheden voor opnieuw invoeren van specifieke betalings- of financieringsmogelijkheden. ‘Premie A-, B- en C-woningen bestaan niet meer maar probeer in ieder geval iets vergelijkbaars, zodat ook de mensen die een wat kleinere portemonnee hebben de kans krijgen een woning te kopen. Je zou ook op basis van erfpacht huizen kunnen laten bouwen op grond die van de gemeente is en je niet hoeft te kopen. Dat maakt het huis zelf wel goedkoper. Daar zit het knelpunt meestal: de lening voor een huis. Er zijn allemaal opties die veelal al bestaan, maar die hier naar ons idee te weinig worden gebruikt. Mede daardoor wordt het voor Egmonders niet makkelijker, want we weten allemaal dat door de druk vanuit de markt de prijzen inmiddels naar ongekende hoogte zijn gestegen.’

Ga het gesprek aan

‘Wat wij erg belangrijk vinden als GroenLinks is dat bewoners zelf ook nog iets te zeggen hebben. Niet alleen de nieuwe bewoners, maar ook de bestaande bewoners die er straks mee te maken krijgen: laat de omgeving meepraten over wat er wordt gebouwd. Wat past op een bepaalde plek wel en wat niet? En het hoeven ook niet altijd meteen grote plannen te zijn. Pak het kleinschaliger aan als dat helpt om mensen mee te krijgen, maar laat ze vooral meepraten.’

Als het gaat over communicatie valt er nog wel wat te verbeteren, vindt Groen: ‘Zeker met de Provincie wordt naar ons idee niet goed gecommuniceerd. Daar zouden we graag verandering in willen aanbrengen. Als gemeente heb je voortdurend te maken met de Provincie, die uiteraard ook haar eigen belangen heeft. Beter op een goede manier met elkaar om tafel dan steeds maar met gestrekt been erin vliegen, zoals het nu regelmatig lijkt te gaan.’

Wat te zeggen over de voorzieningen in de kernen? Bijvoorbeeld de dorpshuizen?

‘Dat daar in geïnvesteerd gaat worden is een goede zaak. Je moet echter wel bedenken hoe je dat gaat doen; waarin investeer je? Wat wil je ermee bereiken? Voor wie is het Dorpshuis straks een plek om naar toe te gaan? Het gaat om veel geld en daar zijn we direct voor, maar iets meer over het hoe en wat zou welkom zijn. Het moet niet alleen gaan over het vernieuwen van het bestaande; de wereld verandert, daar moet je op inspelen. Vandaar dat we ook voorstander zijn geweest van het onderzoek om erachter te komen waar de toekomst van de dorpshuizen ligt. Hoe die toekomstbestendig kunnen worden, zoals dat zo mooi heet. Combineren van functies is ook meteen een manier om andere wegen naar een betere exploitatie in te voeren, zoals bijvoorbeeld het idee om bij De Schulp ook flexibele werkplekken te creëren. Dat is een goede aanzet voor meer en andere functies dan bijvoorbeeld alleen een oefenruimte voor verenigingen en gymzaal voor scholieren. In Egmond-Binnen denken inwoners in onder andere het bestuur ook mee over de invulling en de toekomstplannen. Als GroenLinks willen we graag: dat er wordt geïnvesteerd in mensen en niet zo zeer in steen.’

Parkeerbehoefte reguleren, niet uitmelken

Het parkeren, vooral de digitale parkeervergunning, is een dingetje in Egmond aan Zee. GroenLinks zou graag zien dat het parkeren niet ontaardt – als dat al niet het geval is -  in een verdienmodel. Groen: ‘Betaald parkeren is bedoeld om te reguleren. De inkomsten moeten zoveel mogelijk worden ingezet om de verkeers- en parkeerdruk te verminderen.. Het bieden van alternatieven dan de auto is minstens zo belangrijk. Zorg voor goede fietsvoorzieningen, voor plaatsen waar je je fiets veilig kunt stallen. Maak het voor bezoekers interessant om niet met de auto te komen, maar met openbaar vervoer en/of de fiets, anders blijf je die parkeerdruk houden.’

Inderdaad zou de fusielocatie een deel van de oplossing voor het parkeerprobleem in Egmond aan Zee kunnen vormen door daar een transferium te maken. ‘Wij zijn eigenlijk helemaal niet voor die fusielocatie. Die procedures hadden ook wel wat meer participatie kunnen gebruiken, nog los van de perikelen rondom de projectleider… Echter, als de Raad van State straks besluit dat het allemaal door de beugel kan, dan moeten wij ons er ook bij neerleggen. Misschien kunnen we er dan tenminste nog op een andere manier van profiteren. Als het er dan toch eenmaal is…’

 

Interview met GroenLinks-lijstrekker Solita Groen-Bruschke in de rubriek ‘Op weg naar de Verkiezingen’  in de Flessenpost uit Egmond. Tekst John de Waard, foto Ernest Selleger.